Marie-Chantal Canoy

marie-chantal

Onjuiste voorlichting over ledenaantal bij overname sportschool?

18-08-2015

Omzet gerelateerde informatie, zoals ledenaantallen, speelt een belangrijke rol bij de overname van een onderneming. Het doen van onjuiste mededelingen daarover leidt tot aansprakelijkheid. In een recente uitspraak van het hof ’s-Hertogenbosch staat de informatieverplichting van de verkoper centraal (ECLI:NL:GHSE:2015:2203, arrest van 16 juni 2015).

Het gaat in deze zaak over de koop van een sportschool annex fitnessclub. Voorafgaande aan de koop heeft de verkoper (Move Beheer) een lijst verstrekt waarop 1082 betalende leden stonden vermeld. Na de koop komt de koper (Maatschap HB) tot de constatering dat er veel minder betalende leden zijn dan verwacht. Maatschap HB stelt Move Beheer vervolgens aansprakelijk voor de schade. Move Beheer betwist dat zij aan Maatschap HB onjuiste informatie heeft verstrekt.

Het hof overweegt dat in de laatste kolom van de verstrekte lijst bij veel leden een opzegdatum was vermeld en dat een aanzienlijk deel van die opzegdata al was verstreken op het moment van sluiten van de overeenkomst. De lijst geeft dus een beeld van de exploitatie van de sportschool, maar de lijst wekt niet de indruk dat het aantal leden op het moment van de overname 1082 bedroeg, aldus het hof. Om die reden wijst het hof de vordering van Maatschap HB af.

MEDEDELINGSPLICHT BIJ OVERNAME
Dit arrest illustreert het belang van de verkoper bij het doen van juiste mededelingen, en de oplettendheid die daarbij vereist is aan de kant van de koper. Over de mededelingsplicht van de verkoper en de onderzoeksplicht van de koper wordt veel geprocedeerd.

Volgens vaste rechtspraak weegt een schending van de mededelingsplicht door de verkoper in beginsel zwaarder dan een schending van de onderzoeksplicht door de koper. Anders gezegd: het enkele feit dat de koper zijn onderzoeksplicht naar bepaalde feiten heeft verzaakt, sluit niet uit dat de verkoper ter zake diezelfde gegevens een mededelingsplicht heeft gehad.

Dit sluit aan bij de opvatting van de Hoge Raad dat bij de beantwoording van de vraag of een verkoper een mededelingsplicht heeft, rekening moet worden gehouden met de bescherming van een (onvoorzichtige) koper tegen nadelige gevolgen veroorzaakt door het verzwijgen van relevante gegevens. De verkoper is gehouden om binnen redelijke grenzen maatregelen te nemen om te voorkomen dat de koper in een onjuiste veronderstelling verkeert.

Een voorbeeld hiervan is dat een verkoper een koper moet waarschuwen indien de koper essentiële informatie, zoals de looptijd van belangrijke opdrachten, niet opvraagt. Indien echter, zoals in het geval van Maatschap HB, de relevante gegevens zijn verstrekt, dan mag een verkoper erop vertrouwen dat de koper zich vergewist van de inhoud daarvan.

Conclusie: het is verstandig om bij twijfel over verstrekte informatie of over een andere belangrijke eigenschap van de onderneming schriftelijke vragen te stellen totdat de twijfel is weggenomen. Mocht de verkoper onvoldoende comfort blijven geven, dan kan de koper zichzelf contractueel beschermen door de koopovereenkomst aan te vullen met bijvoorbeeld een garantie over de betreffende kwestie.